Wet- en regelgeving

De Wet kinderopvang

In de Wet kinderopvang worden minimum eisen gesteld aan de kwaliteit van de opvang. Deze wet stelt dat de opvang moet zorgen voor ‘verantwoorde kinderopvang’. Dit begrip is uitgewerkt in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en een Ministeriële Regeling. Beide zijn wettelijke voorschriften waarvan niet mag worden afgeweken. Er worden onder andere eisen gesteld aan het pedagogisch klimaat, de groepsgrootte, stamgroepen, het aantal kinderen per pedagogisch medewerker en eisen aan de accommodatie.
De Wet Kinderopvang is onder meer bedoeld om de kinderopvang zodanig te reguleren dat kinderen in Nederland gebruik kunnen maken van een veilige en gezonde opvangomgeving waar een kwalitatief goed pedagogisch klimaat heerst en kinderen worden gestimuleerd in hun ontwikkeling op persoonlijk en sociaal vlak.

IKK

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is op 1 januari 2018 in werking getreden en stelt nieuwe eisen aan het kwaliteitsbeleid van de kinderopvang met als doel het verhogen van de kwaliteit en verminderen van regeldruk. De nieuwe kwaliteitseisen zijn opgedeeld in vier thema’s:
• de ontwikkeling van het kind centraal
• veiligheid en gezondheid
• stabiliteit en pedagogisch maatwerk
• kinderopvang is een vak

De meeste maatregelen zijn ingegaan op 1 januari 2018 en een aantal regelingen is 1 januari 2019 ingegaan. De maatregelen waarvoor een langere invoeringstermijn geldt (zoals de taaleis en scholing voor werken met baby’s) worden per 1 januari 2025 van kracht. Bureau Pauw biedt tegen een aantrekkelijk tarief de erkende scholing ‘Werken met baby’s’ aan. Zorg dat je medewerkers op tijd zijn gekwalificeerd!

LRK

In het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) zijn de inspectierapporten van alle kinderopvanglocaties in Nederland voor iedereen inzichtelijk. Met één klik is per locatie zichtbaar of er door de toezichthouder tekortkomingen zijn vastgesteld. De huidige markt is dermate competitief dat het van groot belang kan zijn om een inspectierapport zonder tekortkomingen te krijgen.
Betreft de vaststelling van een tekortkoming door de toezichthouder(s) van de GGD een (ongelukkige) momentopname of is er wellicht sprake van een structureel probleem in bijvoorbeeld de bedrijfsvoering? Bureau Pauw kan samen met jou onderzoeken of de overtreding op korte termijn hersteld kan worden en op welk gebied advies of ondersteuning nodig is om de kans op toekomstige tekortkomingen zo klein mogelijk te maken.